Vandaag de dag wordt olijfolie hoofdzakelijk in de keuken gebruikt en worden olijfbomen geteeld voor de productie van olijven en olie. Vroeger hadden olijfbomen en olijfolie echter ook een andere functie en werd olijfolie bijvoorbeeld gebruikt als geneesmiddel en werden van olijftakken zegekransen gemaakt.
De olijfboom staat erom bekend om heel oud te worden. Bovendien hebben ze een grote weerstand. Zelfs in de heetste zomers en meest barre winters blijft de olijfboom sterk en draagt hij vrucht. Om deze reden geloofde men vroeger dat olijfolie een mens kracht jeugdigheid schonk.
Vroege beschavingen in het Midden-Oosten geloofden zelfs dat olijfolie alles kon genezen en tot op vandaag drinken velen van die streek iedere dag olijfolie om hun lijf gezond te houden.
Olijfolie werd vroeger veel gebruikt bij religieuze rituelen, zoals doopplechtigheden en bij heiligdommen, maar ook voor het zalven van de hoofden van koningen, edellieden en zelfs overwinnaars.
In het oude Griekenland werden winnaars van de Olympische Spelen en moedige overwinnaars na een strijd geëerd met een zegekrans gemaakt van de takken van een olijfboom.
Spartanen begroeven hun doden op een bed van olijftakken om hun ziel te beschermen. Alle aanwezigen tijdens de begrafenis droegen kronen van olijftakken om hen tegen het kwaad te beschermen.